Ontbrekend instructieboekje
Bij de registratie van een uit het buitenland afkomstig motorvoertuig in Nederland is bpm verschuldigd. Uitgangspunt is het bedrag aan bpm dat voor een nieuw voertuig verschuldigd is, verminderd met een bedrag wegens waardevermindering.
Hof Arnhem-Leeuwarden heeft bij het vaststellen van de handelsinkoopwaarde van een personenauto met schade een waardevermindering wegens het ontbreken van een Nederlands instructieboekje toegestaan. Het ging om een bedrag van € 61. De inspecteur had aangevoerd dat de waardevermindering wegens het ontbreken van een Nederlandstalig instructieboekje is verdisconteerd in de handelsinkoopwaarde volgens de koerslijst, die bij de taxatie als uitgangspunt is gebruikt.
In cassatie voerde de staatssecretaris aan dat, wanneer ervoor wordt gekozen om de handelsinkoopwaarde te baseren op een koerslijst, de afschrijving waarmee in die koerslijst rekening is gehouden niet kan worden aangepast.
Volgens de Hoge Raad houdt de taxatiemethode in, dat het aan een onafhankelijke, erkende taxateur is om de handelsinkoopwaarde van het motorrijtuig te schatten. Bij toepassing van de taxatiemethode kan de taxateur als referentie gebruik maken van de handelsinkoopwaarde van een vergelijkbaar motorrijtuig volgens een in de handel algemeen toegepaste koerslijst. In dat geval is de in de koerslijst opgenomen handelsinkoopwaarde slechts een uitgangspunt. De getaxeerde waarde zal van die koerslijstwaarde afwijken door meer dan normale gebruiksschade of andere bijzondere of afwijkende kenmerken en eigenschappen van het te waarderen motorrijtuig. De invloed van die kenmerken en eigenschappen kan zowel waardedrukkend als waardeverhogend zijn.
De belanghebbende heeft bij het hof aangevoerd dat bij op de Nederlandse markt ingekochte auto’s doorgaans een Nederlandstalig instructieboekje wordt geleverd. Slechts zelden ontbreekt bij een personenauto uit de koerslijst een Nederlands instructieboekje. Het hof heeft dat betoog aannemelijk geacht. Volgens de Hoge Raad heeft het hof de stelling van de inspecteur behandeld en verworpen. Het oordeel van het hof geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en kan wegens zijn feitelijke aard in cassatie niet op juistheid worden getoetst. De Hoge Raad heeft het het beroep in cassatie ongegrond verklaard.
Overige nieuwsberichten
- 19-09-2023 Tarieven en heffingskortingen
- 19-09-2023 Fiscale beleggingsinstelling
- 19-09-2023 Aanpassingen kindgebonden budget
- 19-09-2023 Verlaging energie-investeringsaftrek
- 19-09-2023 Afschrijvingsbeperking gebouwen
- 19-09-2023 Zelfstandigenaftrek en mkb-winstvrijstelling 2024
- 19-09-2023 Verhoging vrijstelling reiskostenvergoeding
- 19-09-2023 Verruiming vrijstelling OV-abonnementen en voordeeluren...
- 19-09-2023 Verruiming herinvesteringsreserve
- 19-09-2023 Belastingplan 2024
- 19-09-2023 Bedrijfsopvolgingsregelingen
- 19-09-2023 Fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw
- 19-09-2023 Inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK)
- 19-09-2023 Aanpassingen box 3
- 19-09-2023 Algemeen btw-tarief op agrarische goederen en diensten